KEVIN DUERINCK

GENEALOGY PAGE

 

WILLY DURINCK AND HIS BOOK, "VAN DIERICKX TOT DURINCK, 1500 - 1988" (privately published 1988, Dendermonde, Belgium)--FIRST PART

LAST REVISED: 19 March 2004 (minor spelling errors)

Willy Durinck's book is written in Flemish. The book is not scannable due to the condition of the typeface and the many family trees. Luke Dierick typed most of the 200 pages of Willy's book. This is the first web page containing Willy's book, then follow the links at the end for web pages 2, 3, 4, 5 and 6.

This page is dedicated to my fellow genealogist, friend, and long lost cousin, Willy Durinck of Dendermonde, Belgium. Unbeknownst to me, back when I started genealogy in the early 1980's, Willy was already working on his tree (familie stamboom). Great minds think alike? Seriously, though, this is an excerpt of a letter from Willy, and then the pages of his book, "Van Dierickx tot Durinck, 1500-1988" by Willy Durinck (privately published, Dendermonde, Belgium, 1988). It gives me great joy and pride to introduce to you this man and his book:

Beste Kevin,
Dank voor het vertrouwen.
In het toegezonden boek -- ik hoop in goede omstandigheden -- zult u allerhande verbeteringen en aanvullingen aantreffen. Deze aanvullingen zijn gevonden na het uitbrengen van het boek dat wordt aangevuld naargeland de nieuwe gevonden gegevens bij verdere opzoekingen.
Met de beste dank en veel sukses.
Willy Durinck
Dendermonde, Belgium
13 oktober 1997

*************************

Aan de familie Durinck,
Dierbaren,
Bij een geboorte, huwelijk en vooral bij het overlijden van een lid van de familie, spreekt men vaak in min of meerdere mate over de familie van de betrokken persoon.

In familiebring spreekt en kent men nog grootvader of grootmoeder omdat ze peter of meter zijn van de kinderen, maar hoe vaak gebeurt het niet dat bij een vroegtijdig overlijden, de kleinkinderen niet meer de namen kunnen noemen van hen in wiens armen ze nog gewiegd zijn alhoewel ze soms nog geen halve eeuw overleden zijn.

Hoe moeilijk is het niet om een familie eens bijeen te krijgen buiten een overlijden van een geliefd lid van de familie. Het is op een dergelijke begrafenis dat ik besloot verder te werken aan datgene waar ik reeds aan begonnen was; onze familie Durinck te verenigen in een genealogische volgorde en onze voorouders uit het verleden te gaan opsporen.

Bij het opzoeken en samenstellen hebben we moeten begrenzen. Het was een niet te eindigen werk indien van alle gevonden takken de afstamming tot op heden dienden gezocht te worden en is de samenstelling beperkt gebleven tot de algemene grote tak van afstamming.

Dierbare familie, het is niet de bedoeling deze opzoekigen als een genealogisch of historisch werk te willen betittelen, het is slechts een opeenvolging van de aftstamming van onze familie waarin we onszelf terugvinden en waarin onze kinderen en kleinkinderen verder kunnen aanvullen of vervolledigen naargelang de gebeurtenissen zich voordoen als wij er niet meer zullen zijn.

Het eerste familiefeest gehouden op 30 augustus 1980 te Sombeke-Waasmunster kende een groots bijval. Moge in de toekomst deze familiebijeenkomsten vaker plaatsvinden. Ik wil dan ook langs deze weg mijn dank betuigen aande familieleden voor hun medewerking en ook aan alle verantwoordelijke archiefbewaarders welke het mij mogelijk gemaakt hebben dit werk te kunnen samenstellen.

Willy Durinck
Dendermonde, Belgium
herfst, 1988

FAMILIENAMEN -- KORTE HISTORIEK

Het aantal Hebreeuwse, Griekse, Romeinse of Keltise voornamen welke familienaam geworden zijn, is voor wat onze getwesten aangaat, inzeer geringe mate aanwezig in vergelijking met de Germaanse benamingen welke, sinds de inval van de Franken in de Ve eeuw na Christus door de toenmalige bevolking werden aangenomen, zowel bij de romaanse als bij de nog heel schaars overgebleven Keltise families.

De Germaanse namen werden populair omdat de toenmalige meesters zo genaamd waren. Na eeuwen van beschaving (bijzonder kerkelijke) hebben deze namen hun identiteit verloren en zodanig omgevormt dat men de oorspronkelijke betekenis van onze familienamen vergeten was. Er zijn gelukkig steeds mensen geweest welke er hun levenswerk van maakten om de originele betekenis daarvan op te sporen.

DE FAMILIENAAM DURINCK -- DUERINCK -- DIERICK

In een uitgave van de heer Jozef Van Overstraeten, "Wat betekent mijn Familienaam?", zijn de meest bestaande schrijfwijzen als: DUERINCK -- DEURINCK -- DURINCK -- DIERICKX -- DIERINCK

Deurinck: vergelijk de buitengewoon talrijk gebruikte oudduitse mansnaam Thuring-During/Theuring-Deuring en Deurinck. De Germaanse volkstam de Thuringers zijn daar niet vreemd aan.

Dierinck: verschillende schrijfwijzen: Dierickx(s)-Dierick-Dierinckx(s). Het achtervoegsel inc-k-ing-ick-icks-ickx, duid de afstamming aan van de bij de Germanen zeer populaire name: Dierks-Dirk-Diederik om later in gebruik te komen als Familienaam. De betekenis daarvan was: Volksvorst.

Durinck: andere schrijfwijzen: Duerinck(x)(s)-During-Durinc. Komt veelvuldig voor in de midden en zuidelijke Nederlanden. Zoals hierboven aangehaald zijn de Thuringers daaraan niet vreemd.

In de verhandelingen van de heer F. Vroonen, "Noms de Famille en Belgique", en van de heer Cornoy, "Origines des Noms de Familles en Belgique", lezen we dat de naam Durinck en aanvertwante schrijfwijzen komen van het Germaanse stamwoord "theud" en had als betekenis: Volk of Natie.

Anderzijds lezenwe in "Der Kleine Pauly" -- een der beste hedendaagse woordenboeker over de oudheid -- het volgende:

De Thuringi-(Thoringi-Theuringi) was een uit de steppen afkomstig germaanse volkstam die in het begin van onze tijdrekening de Keltische Teuriers of Theudiers (Keltische germanen) verdreven uit de streek van het hedendaagse midden Duitsland en waren in de Ive eeuw na Christus een machtige stam geworden (samen met de Boergondiers werden ze "Odergermanen" genoemd).

De Thuringi samen met de Markomannen, Semnonen, Longobarden, Hermunduren, Quaden, Chatten en Cherusken behoorden tot de groep der Suevengermanen van de germaanse stam der Herminonen of de Wezer en El begermanen genaamd. In de Ve eeuw na Christus bij de Donauvolken gerekend, hebben de Thuringers veel bijgedragen om de inval van de Hunnen, onder leiding van Attila, te doen ombuigen naar het zuiden van het tegenwoordige Frankrijk alwaar ze bij Cholons door de West Goten een grote nederlaag leden.

De Merovingische koning Theuderik I, bastaardzoon van Clodovech (Clovis) heerser over het noord Frankisch rijk van de Noordzee tot de Wezer en van Reims tot Friesland, versloeg de Thuringers in 531 in een "vernietigende?" veldslag bij de virier de Unstrut. Sedertdien zijn ze samen met de hogervermelde stammen versmolten met de overwinnende Franken en de tussen Denemarken en Bavaria wonende Saksen.

Dr. Herman Schreiber -- geschiedkundige aan de Universiteit van Wenen, vermeld in zijn werk "De Goten" het volgende:

De Goten, een aanzienlijk germaans volk, oorspronkelijk uit Zweden, Denemarken en Noorwegen met bindingen in Pruisen, begonnen hun zwerftochten circa 100 voor Christus over Polen langs de Donauvlakten tot de Zwarte Zee. Tijdens hun langdurige omzwerving verloren zij hun etnische eenheid en splitsten zich in Oost en West Goten. Onder druk van de oprukkende Hunnen zwierven ze door Zuid Europa en vestigden de West Goten zich in Aquitanie (zuid Frankrijk) hen geschonken door de Romeinse keizer Honorius voor bewezen diensten, terwijl de Oost Goten bleven steken tussen de Alpen en Donau.

Dat de naam Durinck, onder welke schrijfwijze ook afgeleid is van het stamwoord "theud" wordt althans beweerd door de heren Vroonen en Cornoy, maar inhoeverre de Theuringi of Thuringi daarbij betrokken zijn is niet met zekerheid bewezen. Wellicht hadden deze namen dezelfde betekenis en mogen we met zekerheid aannemen dat de familienaam Durinck en zijn variante schrijfwijzen werkelijk van germaanse oorsprong is.

De geschiedschrijvers Jordanes, Petigny en Kanunnik, J. David, vermelden in hun werken aangaande deze namen het volgende:

In het jaar 451, Theudrick (Diedrick) koning der West Goten vocht samen met de romeinse veldheer Aetius tegen Attila in de slag van Chalons waar de Hunnen de nederlaag leden en ongeveer 40,000 doden achterlieten. Ook koning Diedrich sneuvelde.

489 Theudorik (Diederick), koning der Oost Gotenveroverde, met medewerking van Zeno, keizer van Constantinopel, gans Italie en vocht in het jaar 500 samen met Clovis in de slag van Dijon tegen Gondebaut, hoofd der Bourgonden. (Odergermanen--vestigden zich circa 360 na Christus in Z.O. Frankrijk.

Vermeldenswaard zijn:

1025/1083- vermelding van een zekere During te Wurzburg (Duitsland)

1247- Freiburg, vermelding van een Gerardus Thuringos-miles (ridder) Onder invloed van het kristendom beginnen zich stilaan latijnse voornamen te vormen bij de germaans gebleven familienamen.

1258- De abdij van Baudeloo vermeld in haar gesciedenis dat een zekere Baudewijn During van Likevelde (plaatsnaam van Sinaai) 6 bunders grond schonk aan de abdij. Een zekere Goedgebuer schonk 3 bunders gelegen achter het herenhuis van Willem During, broer van Baudewijn, zoon van Rolinus During. De zoon van Baudewijn, Daneel During, kon deze grond terug kopen of huren.

1295- Vermelding van een zekere Seger Doedering en een Thomas During

1344- Harelbeke -- Daneel Diederick

1350- Een zekere During van Sinaai had een gestolen paard aan ketters te Gent verkocht. Hij werd gevat en moest het paard aan de eigenaar vergoeden.

1370- Beveren-Leie-- vermelding van een zekere Daneel Diederix en in 1382 van een Hughe Diedericx.

1400- Op 27 juni, klacht van nobele Heren tegen de kaper Jan Dierix uit Goes (Zeeland) neergelegd op de rechtbank te Yper en overgedragen aan Rijsel. (Sted. Bib. Dendermonde)

1413- In de Staten van Goed te Ruppelmonde, vermelding van een zekere Gillis Durnickx.

1451- Boergondisch tijdvak (G.O. Dendermonde)

In de betalingslijst van het Land van Dendermonde, aangaande het vervoeren per schip of per wagen, worden vermeld voor het vervoeren van bier per schip: een zekere Diericx-Simoens-sone (zoon van Simon)-Arent-filius Diericxs en Jan en Mathijs Diericxs.

1529- Uit het renteboek van het St. Blasius gasthuis (Dendermonde) bij een verkoop van eigendom in de "St. Orsmaruspolder te Baesroed" naamvermelding van een Gillis Diericx, filius Wellems, getuige.

1530-1580- worden vermeld als wonende te "Baesroede-Vlassenbroeck"

NO. van de kerk--Michiel Dierick

Heirbaan--Pieter Dierick

Bookmolenstraat (oostzijde--richting Lebbeke) Lieven Dierick

1538- In de gemeente Waesmunster heeft de Baljuw aldaar de rekening gepresenteerd van een proces aangaande de gevangenneming en veroordeling eener heks?. (uit het werk van de heer Penneman, sekretaris van de heemkundige kring "Land van Waes". De genaamde Kathelijn Durinck, beschuldigd van hekserij, te Waasmunster gevangen gezet, heeft zich bevrijd zonder enige hulp, op eigen krachten en zonder haar boeien te verbreken. Acht dagen na haarvlucht terug gevat, heeft in het kasteel te Temse alwaar zij gevangenzat, na een ondervraging en twee torturen (martelingen) toegegeven geheime en duivelse krachten te bezitten. Zij werdt in septermber 1538 op de markt te St. Niklaas (Waas) levend verbrand.

1563- Oude grafsteen in de kerk te Wetteren: (Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost Vlaanderen -- Frans De Potter en Jan Broeckaert). Hier light begraven Jonkvrouwe Anne Durinck, weduwe van Jonkheer Daniel van Polinchove, die overleet den 20/12/1563. Bidt voor de ziele.

1590-1600 Vanaf deze periode dateren de parochieregisters. Het concilie van Trente in 1563 gehouden besliste dat de pastoors de geboorten moesten inschrijven, samen met de namen van vader en moeder, de peters en meters. Hetzelfde gold ook voor de huwelijken samen met de getuigen, en ook het vermelden van de overlijdens. Deze parochieregisters in het latijn geschreven zijn de eerste betrouwbare genealogische gegevens van onze voorouders. De familienaam van een en dezelfde persoon kan bij geboorte of huwelijk of overlijden verschillend geschreven zijn naargelang de uitspraak en toendertijd voortgaande op het gehoor en de eigenheid van de streektaal. De verscheidenheid van pastoors op een parochie bracht ook de verscheidenheid van schrijven met zich mee. Er zijn pastoors geweest welke met de beste zorgen hun registers geschreven hebben, maar spijtig genoeg zijn ze soms zeer slordig opgesteld -- bijzonder voor wat de overlijdens betreft.

Het jaar IV van de Franse Republiek of 1795 betekende het einde van de parochieregisters, alhoewel velen nog dateren tot 1797.

1798- Uit het boek van De Potter over geschiedkundige feiten in het Waasland.

Bij het verzet van de boeren te Sinaai-Waas tegen de overheersing van de franse troepen op 28/ 10/1798 gaf een zekere kapitein Claudius Ders bevel de gemeente te plunderen. "Alsdan is er gekomen een beeldschone maagd en heeft zich aan de voeten van deze officier geworpen en gesmeekt de gemeente te willen sparen in ruil voor haar persoon als de schuldige van het zerzet."

De officier gehoor gevend aan de smeekbeden heeft de gemeente gespaard en is op 29/5/1799 gehuwd met deze "maagd": de 19 jarige Marie Sophie Durinck, dochter van Andries Bernardus Durinck, geboren 1779 en overleden in 1830. Haar vader Andries Bernardus werd benoemd als "Agent Municipal" en Marie Sophie Durinck is sindsdien gekend als de "heldin van Sinaai".

Tijdens een verlofperiode in Salzburg (1980) zag ik de naamvermelding: Doctor Thuringh, en in 1985 te Kinckelsbuhl, Romantische Strasse, de naamvermelding op een huisdeur: During en boven de poort van een werkplaats: Anton Duringh.

ENKELE NAMEN UIT HET WOORDENBOEK DER TOPONYMIE BIJ DE NAAM DIERICK

1258- Diericx wech- juxta viam Theoderici-- naam van een weg te Watervliet (North Vlaanderen) "ende also oostwaerts van desen cruse tot den weghe Diericx"

1279- Dierick ' Vos Wal. -- een leenhof bij Stapelvoorde te Dudzele, (noord West Vlaanderen) "wie Diederic de vos, Ruddere, sc[h]epen van den vrijen in die p[a]rochie te Dudzele oost van der kercken noordoost van mijns heren Diederijcx vos ruddere".

1584- Diericx houc-- een wijk te Staden (tussen Roeselare en Houthulst)

1600- Diericxcoot -- een landerij te Wijnegem (Antwerpen)

1613- Diederijck van Watervliet.

1791- Dierick hauwe, plaats te Dudzele. "met den haecke tot aen dierick hauwe".

1846- Dierick's duiker- een duiker (overwelfde waterloop) te Vormezele-Ieper.

Uit de gemeentelijke geschiedenis var Wontergem (Deinze) blz. 8 en 9 (Sted. Bib. Dendermonde)

1400-1450: Een ander heerlijkheid van belang, die eveneens afhing van het hof van Nevele, was die van Reage of Rehage (bij Sanderus-Rijkhagen). Zij werd bediend door een Baljuw die voor de samenstelling der vierschaar de schepenbank van Nevele ontleende. Het goed behoorde in de 1e helft van de Xve eeuw aan Lodewijk van der Halle, nadien in 1450 aan Lieven en Antoon van der Halle.

Philips de Gruutere was er houder van in 1568, daarna Jan de Gruutere, Heer van Diericxland en in 1639 dezes dochter Anna de Gruutere die de Heerlijkheid verkocht aan Jan van der Speeten, Heer van Eekloo, echtgenoot van Maria della Faille.

1650- Anna de Gruutere, dochter van voornoemde Jan, Heer van Diericxland, verkocht het leengoed Wiricx (afhangende van de Heerlijkheid Winkel) eveneens aan Jan van der Speeten.

Het leengoed Wiericx behoorde in 1484 aan Jan Besuuts en later gedurende langen tijd (1650) aan de familie de Gruutere -- Heren van Diericxland.

 DE RAAD VAN VLAANDEREN

Behandelde processen met betrekking op diericx en/of Durinck

(index processen v/d Raad van Vlaanderen--12 boeken--Sted. Bib. Dendermonde; Rijksarchief te Gent--archief 624)

De Raad van Vlaanderen, opgericht op 15/2/1386 door Philips de Stoute, Hertog van Bourgondie, gehuwd met Margaretha van Male, Graaf van Vlaanderen (+30/1/1384) en werd opgeheven in 1795 (jaar IV).

De "Raad" is in de loop van zijn bestaan afwisselend gevestigd geweest te Gent, Ieper, Rijsel, Dendermonde en enkele andere steden.

In de uitspraken door de "Raad" vinden we in de akten:

1e) De "Criminele Examnes" of de verhoren van de betichten of/en getuigen, die werden afgelegd naargelang de partij, in de "Secrete Camere" (gevangenis) of in "t Volle Hof" en zijn ondertekend.

2e) "Cessis van goede". Schuldenaars welke hun schulden niet konden betalen, mochten een verzoek indienen om hun goederen aan hun schuldeisers af te stan. Plaatselijke schepenbanken ontvingen deze verzoeken maar de Raad leverde de toelating af. Was weinig van toepassing.

3e) "Namptissement". Storting van een zeker bedrag aan de Griffie van "De Raad" als voorlopige bevrediging aan de tegenpartij. Het was een zekere borg om te ontsnappen aan gevangenzetting wegens schulden. Het "Nampt" moest bestaan in goud, zilver, paarlen of edelstenen.

4e) "Cartabellen". Deze dienden om de rapporten te berekenen welke afhingen van:

1) welke kamer

2) het aantal raadsheren

3) de duur van de zitting

4) voor welke zaak

5e) Zegel en Augmentatierechten zijn betalingen op allerhande akten uitgaande van De Raad van Vlaanderen, de souverein Baljuw, de Luitenant Civil, de Watergraaf, de Schepenbank, de Leenhoven en Notarissen. De opbrengst hiervan was bestemd voor de Vorst of voor de steden aan wie de Vorst geleende kapitalen schuldig was.

Genummerde akten van processen uit het archief van De Raad van Vlaanderen. Alhoawel de processen zelf zeer interessante gegevens bevatten over de wijze van ondervragen en veroordelen, heb ik mij enkel beperkt tot de vermelding van de genummerde akten.

 Akte nr.

11.239- Jacob Diericx, contra Jan van Marcke -- schuld

12.858- Huibrecht Diericx en Cornelis Banckerts, schippers van Amsterdam en de nering van onvrije schippers van Gent, contra nering van vrije schippers van Gent. Reglementen van de nering.

13.099- Jan Diericx (Wetteren) contra Jan de Schuttere. Schulden -- jurisdictie.

13.582- Amand Diericx en consorten -- contra Burgemeester en Schepen van St. Lievens-Esse en Schoonbergen. -- Militair logement. [Note by Kevin: The case is one of a dispute between an inhabitant and the city council upon the obligation to provide lodging to troops by the population. Schoonbergen must be a place name near Sint-Lievens-Esse.]

17.268- De schippers van Temse (waaronder Diericx en Durinck) contra de neringen van de schippers van Gent, Brugge, Dendermonde, Antwerpen en Mechelen. -- Verzoek van de schippers van Temse om tot een gesloten ambacht verheven te worden.

17.469- Laurens Durinck, chiruugien te Zele, contra Jan de Voghelae, re (Wachtebeke) -- executie van vonnis.

19.517- Adriaan van den Daele, deurwaarder van de "Raad" residerende te Dendermonde, contra Pieter Diericx (Overmere) -- salaris van deurwaarder.

19.679- Pointers en setters van Nieuwkerken, Schaerbeek en Mijlbeek in het schependom van Aalst, contra Joos Diericx (Aalst) settingen.

19.841- Gautier Diericx, contra Pieter van Bochaute (Gent) -- alimentatie van gevangene.

23.281- Lieven Dierijnckx en zijn grootmoeder Antonette Schollaert -- weerstand aan officieren bij executie van vonnis.

 In 1795 (jaar van opheffing van de Raad van Vlaanderen) werden de goederen van Jan Frans Xavier Diericx, raadsheer van de "Raad" door de stad Gent verkocht. De stad was door de Franse Republiek in belasting gesteld voor 60,000 Doornikse ponden of 7,000,000 Vlaamse ponden. Jan Frans Xavier Diericx -- raadsheer 22/1/1753, advokaat-fiskaal 16/7/1761, president van de Raad, 5/4/1782, + Gent op 1/9/1798.

WAPENSCHILDEN omitted, see Coat of Arms

MANSIONARII of MEISENIERS

Deze gepriviligeerde groep vind haar ontstaan in het Hertogdom Brabant, in de middeleeuwen, en werd door de Hertog van Brabant als een soort edele kaste aanzien.

Zij onderscheide zich ten opzichte van de andere sociale klassen door een verschil van verplichtingen en vooral door haar bevoorrechte ekonomische situatie tegenover hun meerdere of de Heer. Zij ontleenden hun naam door het feit dat ze bewoners waren van een "mansio" (vrijgemaakt goed) in tegenstelling met de bewoners van een "kassaat" (casor of cassatus-hut-onvrij goed). De meeste Brabantse Heren hadden reeds in de 11e & 12e eeuw meiseniers en hun bevoorrechting was enkel van kracht in het Hertogdom Brabant.

De herinnering aan de bijzondere rechtstoestand van hun voorouders, Meisenier ging in de 16e & 17e eeuw grotendeels verloren, door vestiging buiten het Hertogdom Brabant en door het ververdwijnen van het Hertogdom zelf, en verdween totaal in 1795 ten tide van de franse republiek.

De voordelen aan het Meiseniersschap verbonden:

1e) Vrijstelling van het recht van de dode hand of beste "kateil".

2e) Vrijstelling van bepaalde karweien.

3e) Tolvrijdom in het Hertogdom Brabant. (Het Hertogdom omvatte de gebieden van het huidige Brabant, grote delen van Limburg en Nederland tot aan de Rijn)

4e) Het recht om alleen door de eigen schepenbank te worden gevonnist.

5e) Zekere voordelen voor de overlevende echtgenoot met betrekking tot de roerende goederen van de overledene.

6e) Zij konden wel in krijgsdienst opgeroepen worden.

Enkele namen en data van aanstelling als Meisenier met hun getuigen met betrekking op de naam Diericx(k). Deze vermeldingen hebben geen enkel verband met de vermelde naam Dierick(x) in dit boek. Op de naam Durinck of Duerinck(x) zijn geen Meiseniers gevonden.

2/5/1554- Jan Diericx-zv. Peeters-get.Peeter van der Plassche en Henric Moyensoen.
26/6/1554- Esdron en Thomas Diericx-zzv. Joos. get. Jan de Doncker en Henric de Vos.
24/10/1556- Jan Diericx- zv. Hendrick(Grimbergen) get. Antheunis en Hans de Witte.
5/3/1582- Jan Diercx- (Grimbergen) zelfde als hierboven-40 jaar.
29/5/1646- Gillis Diericx-zv. Jan en Maria Boelaerts (Merchtem) get. Laureys de Herthoge en Hendrick van den Bossche.
7/4/1660- Joanna Diericx-wed. dv. Anthonis en Joanna van Humbeke. Get. Guilliam en Bernaert van Humbeke.
3/11/1719- Laureys Diericx-zv. Eugenius en Emerentia Jacobs (Grimbergen-Wemmel) get. Peeter Jacobs en Laureys van Eesbeeck.
8/4/1739- Maximiliaan, Gillis en Peeternelle Diericx- kinderen van Adriaan en Anna de Slachmolder (Gooik) get. Jan-Baptist en Peeter van der Kelen.
4/l1/l743- Jan Diericx- zv. Adriaan en Anna Slaghmolder (Gooik-St. Kwintens-Lennik) get. Maximiliaan en Gillis Diericx.
5/11/1771- Adriaan Diericx- zv. Maximiliaan en Petronella Kestens. (Gooik) get. Jan Baptist en Francis van der Kelen.
28/11/1775- Jacobus Diericx- zv. Jan en Cornelia Keymolen.(St. Kwintens-Lennik) get. Jan Diericx en Francis van der Kelen.
22/3/1784- Maximiliaan en Adriaan Diericx- zzv. Gillis(+) en Elisabeth de Dobbeleer. (Leerbeeh-Gooik) get. Joos en Nicolaes van der Kelen.

***************

Al het voorgaande hier neergeschreven heeft betrekking op de familienaam in het algemeen welke men zowat overal aantreft in onze gewesten of onze nederlands sprekende gewesten, gaande van Dierick-xk naar Duerinck-x en Durinck-x.

Bij het opzoeken van de vroegste of met zekerheid eerst gekende voorvaderen, van de stam van mijn familie althans, en hun plaats van situering, kwam men terecht in het Land van Dendermonde;nl.Denderbelle, Wieze en Lebbeke.

In een werk van de heer Bovijn (lid O.K.Dmde) "Wie bewoonde vroeger dit huis?"-Toponymie van de gemeente St. Gillis- staan ook verscheidene Denderbelse families vermeld waaronder Diericx en waarvan de Staten van Goed berusten op het R.A. Gent-fonds St.Gillis.

De auteur is de mening toegedaan dat deze Diericx-en of soms volgens de par. registers vermeld als Durinck-x, geen autochtone inwoners waren maar inwijkelingen-samen met andere families- komende uit de verdronken landen van Kieldrecht, Saeftinge, Zeeland en meer uit deze kontreien waar nu nog veel naamgenoten aangetroffen worden, bijzonder in Zeeland en de streek van Dordrecht.

Alhoewel een andere versie niet uitgesloten is, kan de bewering van de heer Bovijn bijgetreden worden.

Het is meer dan waarschijnlijk dat vele families uit oorzaak van de grote overstroming in 1570 zich kwamen vestigen in andere streken en er gebleven zijn, mogelijk met de hulp en toelating van wereldlijke en kerkelijke (abdijen) gezagsdragers.

Hoe verschrikkelijk deze natuurramp moet geweest zijn lezen we in het boek van P. Cornelius Hazart "Historien van Nederlandt" uitgegeven in het jaar 1669. De tekst is letterlijk overgenomen.
"'T was nu in het Jaer 1570. Gelijk Haraeus wilt hebben, als de (Franciscus Haraeus-schrijver van de "Anales Brabantiae-Brabantse Analen-ex officina. Plantiniana (gewezen artsenijplantenkundige-1623) zee, op den feestdach van alderheylighen, boven mate gheswollen door den sprink-vloedt der nieuwe mane, de sterckste sluysen en dijcken Antwerpen omtrent ten neghen uren savondts, met andere plaetsen buy ten en binnen de stadt, stonden gantsch onder 't water, het welcke veele beesten ende menschen met hem sleepte.

De schade beliep over de twee hondert duysent guldens. Vlaenderen liep dapper aen, Grevelinghe, Duynkercke, Oostende, Nieuwpoort, Watervliedt, ende d'omliggende dorpen stonden in 't waeter, 't welck zich oock met groot ghewelt spreude tot voor de poorten ende onder de vesten van Brugghe. Het Sas van Ghendt wiert overrompelt, ende de waeteren dreven tot voor de Keyserpoorte van Ghendt: In Hollandt stenden de straeten van Dordrecht, Rotterdam, ende andere steden, dry voeten (+1M) hooch onder water; den Diemerdijck wiert op seven plaetsen doorgespoelt, het verlies van menschen en beesten was onghelooflijck, van waeren en koopmanschappen, onwerdeerlijck. Een bolwerck vaneyken boomen met yser van alle kanten beslaghen en sware steenen belast, wiert om verre ghesmackt door t'ghewelt van de baeren te Schevelinghen wierden hondert acht-en-twintich huysen glat afghespoelt, de schepen die op ancker laghen wierden t'landt in ghesmeten en door het dorp ghedreven als ofse in volle zee hadden gheweest; in de kercke wiert eene sware ysere kiste met t'selve ghewelt omghesmeten: In zeelandt verdroncken wel dry duysent menschen en Saftinghen wiert heel en gansch wegh gesleypt, soo datmen met kleyne booten de menschen die half levendigh noch saten op de t'soppen van boomen en dycken moest afhalen en nootdruft aenbrenghen: maer nerges grooter iammer noch meerdere grouwelijckheydt als in Oost, en West Vrieslandt; alle de landen onttrent Embden, Groeninghen, Leeuwaerden, Franeker, Dockum, Bolsweert, laeghen onder t'waeter, t'ghetal van de menschen die hier verginghen wort ghestelt tot twin tich duysent. Den heelen oever van de riviere de Eemse af, tot aende kusten van Denemarcken, was soo ellendelijck ghestelt, dat men in alles meynt niet min als hondert duysent menschen verdroncken te sijn t'ghetal van de beesten was soo groot datter gheene rekeninghe van te maken en was: wanneer nu den windt een weynigh gheleghen was, was t'een droef spectakel te sien mans, Vrouwen, en kinderen verstijft van koude, flauw van hongher, mat van te worstelen teghen de doodt, op balken, berders, en stroo-wissen drijvende, andere sittende op toppen van boomen, daeken, hoy-tassen, mest-hoopen, oft heuvelen, verwachtede de ghenaede Godts en haere 1este ure. Onder andere heeft men op eenen heuvel by Sneeck, een kleyn kindeken gevonden in de wieghe soetelijck slaepende met een katte neffens sijn sijde. Eyndelijck heel Nederlandt swemmende van doode lichaemen, ghebroken huysen, en schepen, sonder onderscheydt van vlack landt ende gheberchten, was ghelijck een afsetsel ende vertooninghe vanden ouden waetervloet ten tijde van Noë.

Tot daar een korte beschrijving van de "Groote Overstroominghe" van 1570 uit het werk van een tijdgenoot.

De andere versie, dat deze familie toch tot de autochtone inwonders beschrijving van de toponymie van Denderbelle, waarin vermeld wordt dat voor de periode 1570-1577 er families Diericx reeds eigenaars waren van een huis op hun naam en er woonden. In de Penningkohieren en Metingboeken van die tijden worden vermeld:
Daneel Diericx- huis in eigendom zonder bodem (gebouwd op cijnsgr.) gestaan op 't Bauwensveld, en 271 roeden land in eigendom en 700 roeden in pacht.
Egidius Diericx- huis en hofstede 90 roeden groot en 130 roeden land in eigendom en 762 roeden in pacht. Jan Diericx- huis en hofstede 100 roeden groot en 190 roeden land in eigendom met 190 roeden in pacht. Joos Dierickx- de weduwe-Elisabeth De Bock-huis en 25 roeden land in eigendom.
Niclaeys Diricx- huis en hofstede 50 roeden groot en 100 roeden land in eigendom.

Het Metingboek van 1673 toont aan dat er acht families Dierickx eigenaars waren van een hofstede met land in eigendom gaande van 112 tot 863 roeden, en van 64 tot 875 roeden in pacht, om in het begin van de jaren 1800 te komen tot twee eigenaars van een hofstede met respektievelijk 869 en 736 roeden land in eigendom.

***************

KORTE HISTORIE VAN DE GEMEENTEN (teksten uit GOKDmonde)

DENDERBELLE - ZWIJVICKE

Algemeen wordt aanvaard dat Denderbelle reeds in de 9e eeuw bestond onder de naam Baliolis. De aanwezigheid van een kerk is niet met ze kerheid te zeggen maar bestond reeds in 1338 als kapel of kerk ver mits er in 1339 melding gemaakt wordt van een "Serck inden hooghen choor der familie Coene, Vanden Bossche, van Ginderover.

De inwoners van Denderbelle zullen aanvankelijk ter kerke gegaan zijn op Zwijvickekouter waar in 1200 reeds een oude parochiekerk stond. Wanneer deze hebouwd en aan wie ze toegewijd was zijn ons on bekend. Volgens de vroegste tellingen- 1469 - waren er in Denderbelle 58 haarden of gezinnen, waarvan 18 arme, geteld aan 5 personen per gezin, wat een bevolking van ca. 290-300 zielen onderstellen laat. (Leo Pee)

Zwijvicke of Sueviacum (ook Sueveka): als woonkern ouder dan Dendermonde, met een mogelijke keltische oorsprong. Het is een Gallo-Romeinse naam voor de woonplaats van een man of stam "Suevus of Sueviaca" genaamd, gelegen in de "Pagus Bracbantensis" een gou van de "Civitas Nerviorum" (Nervische nederzetting) werd later opgenomen in het "Land van Dendermonde" en kwam later onder de graven van Vlaanderen.

Deze beide parochies, Denderbelle en Zwijvicke, werden tot aan het nieuwe regime (1795) steeds samen genoemd.

De oudste bekende schepenakte van 1350 vermeld: "De Prochien van Belle ende Zwivicke".
1537- "De Prochie van Sent Gillis-Belle end Zwijveke".
1630- "De Prochie end Heerlijckhede van Sent Gillis-Belle ende Zwijvecke".
De abdij van O.L.Vrouw (Cisterciëzerinnenorde) ontstaan op de oude parochiekerk van Zwijveke (met toelating van bisschop Godefridus de Fontaine een klooster te bouwen op Zwijvickekouter), werd door de bisschop van Kamerijk-Godefriedus-definitief bekrachtigd op 14 juni 1228.

Deze beide parochies hadden één volle schepenbank van zeven leden, waarvan drie van Denderbelle, tevens één meier, één maanheer, één baljuw.

Opgravingen:

Denderbelle: Steenkouter-merovingische nederzetting - Hof ter Rossem, schrijlings op de grens met Lebbeke en met hofland gelegen op beide gemeenten.

Zwijveke: Zwijvikekouter-Boonwijk: 1933- Merovingische grafvelden.
1956- Gallo-Romeinse grafvelden (Molenkouter)
1971-1972 potscherf uit de 8e à 9e eeuw, en bij latere opgravingen onder de nog bestaande woonkern, werden drie muurbeschilderde graven gevonden, waarvan één van een vrouw met kind, daterend omtrent 1350. Eveneens vond men een veldoven (gedeeltelijk geschonden door het delven van een graf) waarvan de bakruimte en de luchttoevoerpijpen tamelijk goed bewaard waren en daterende ca. 1100.
Bewoning waarschijnlijk reeds voor onze tijdrekening maar tothiertoe nog geen sitte gevonden- en regelmatig worden er opgravingen verricht.

De kaart op blz.17 toont duidelijk aan dat door samenvoeging van oude kaarten uit de 17e eeuw, Denderbelle en Zwijveke langs twee nog bestaande wegen goed met elkaar verbonden waren: nl. langs de Broekstraat (door de Broekmeersen) en langs de oude Aalsterse steenweg-naar Dendermonde en St. Gillis. Door toedoen van het "Veer" was Denderbelle een verbindingsplaats tussen twee belangrijke heirbanen, nl.de heirbaan gelegen ten westen van de Dender en deze ten oosten van de rivier-de hierbaan over Lebbeke naar Asse en zo verder naar het interland van Brabant.

WIEZE

Mede een der oudste bewoonde plaatsen van Vlaanderen. In het werk van A. Wouters (of Wauters?)- "Histoire des environs de Bruxelles" wordt gewag gemaakt van de heer van Wieze (Wisogast) welke samen met andere heren uit de streek rechtzitting moest uitoefenen volgens de Salische Wet.-(Deze wet of "lex salica" behorende tot de Leges Barbarorum-uitgevaardigd in de Ve eeuw en verder opgetekent werdt tot de IXe eeuw gaf aanwijzingen betreffende de rechtsverhoudingen tussen de Franken onderling, vooral van de Salische Franken die vooral de zuidelijke Nederlanden bewoonden. Deze wet heeft een grote in vloed gehad op de latere rechtspraak in de Nederlanden.)

[insert blz.17 gif/jpg] Samenvoeging van oude kaarten uit de 17e eeuw tonen aan dat de parochies Zwijvicke en Denderbelle langs de Broekstraat (nog bestaande) met elkaar veel gemeen hadden en dat Denderbelle door toedoen van "het Veer" een verbindingsplaats was tussen twee belangrijke heirbanen.

Een eerste maal dat men de naam van de gemeente met zekerheid aantreft is in een oorkonde van het jaar 1108 onder de schrijfwijze van Winsia. In 1151 vermeld als Winse, in 1239 en 1256 Wise, in 1264 Wiense, in 1308 en later Wiesa en Wiese.
Betekenis: Wies-a en Wins-e; germaans van oorsprong en betekent "Kromwater". Wiense: winstgevende grasgronden bij waterrijke plaatsen.

OUDEGEM

In de 12e eeuw (1181) Aldinga-haim, germaans voor de "haim" of woning van de lieden van Aldo.Audengien-Oudegem.

MESPELARE

In 899 reeds vermeld als Mespilarios. De opgravingen wijzen op een nederzetting voor onze tijdrekening; nl.Pré-romeinse grafheuvels. In 1607-opgraving van een kruik inhoudende; edelstenen en meer dan duizend gouden romeinse munten, gaande van keizer Dominitianus tot Commodus Caesar. In 1802 vondst van twee Gallische munten.

LEBBEKE

De vroegst gekende nederzettingen dateren van 700-800 van onze tijdrekening en waren gesitueerd op de "Kouter". In het jaar 1003 verleende koning Hendrik II van Duitsland "akte van schenking" van het gebied "Lietbeka" aan de abdij van St. Baafs te Gent. De oorspronkelijke kerk werd gebouwd in 1108 en in gotische stijl vergroot in 1470 om in de 17e eeuw verder te worden opgetrokken in barokstijl.

***************

Zoals reeds vermeld hadden de parochies Denderbelle-Zwijvike en St. Gillis een geamelijke schepenbank. De hierna vermelde leden op naam van Diericx, Dierinck of Duerinck welke deel uitmaakten van deze schepenbank stemmen niet overeen met de vermelde namen van de genealogische gegevens hierin weergegeven.

"Schepenbank van Belle ende Zwijvicke"
1603-1605 Jan Dierincx
1606-1607 Jan Dierinck
1609-1611 Jan Dierinck
1611-1615 Jan Duerinck
1628-1630 Jan Dierick
1630-1634 Jan Dierinck
1651-1655 Livinus Durinck
1655-1667 Lieven Duerinck
1740-1742 Jan Durinck
1756-1762 Lowies Dierinck
1782-1784 Jan-Baptist Dierinckx
In 1621 was een Adriaan Dierickx ontvanger van de leenheren van Dendermonde.

In 1702 werden de gemeenten verplicht rekruten te leveren voor het leger van Vlaanderen.-Adriaan Diericx- "van de prochie Sint gillis ende Zwijvicke" aan 9 pond per jaar.

Merktekens
Het zijn tekens welke op vele roerende zaken werden aangebracht - onder andere "up sacken coren voor den maelder" om de eigenaar te herkennen, vermits de bevolking toendertijd grotendeels noch lezen noch schrijven konden. Het prachtigste voorbeeld daarvan is het molenaarsschrift en de molenaarscijfers, vermeld in "Molenecho's"- een tijdschrift welke zich inzet tot het behoud van onze wind- en watermolens. Enkele gevonden merktekens te Denderbelle. 1650 Pieter Dierickx; 1656 Jan Diericx; 1673 Gillis Diericx (drawings omitted).

In de parochie(s) Zwijvicke en St. Gillis woonden in de 16e en 17e eeuw reeds verscheidene naamgenoten welke bij het opzoeken en samenstellen van de hierin vermelde voorouders, men geen familiaal verband hebben kunnen geven.

Hetzelfde verschijnsel komt later nogmaals voor te Belsele in 1766 waar reeds verscheidene families Duerinck-Durinck woonden wanneer Fredericus Duerinck (Dierick) er huwde en er zich kwam vestigen.

Te Lebbeke hadden tussen 1600-1650 zes families Dierick een hofstede met eigendom op hun naam.
Adriaan Dierick- huis en hofstede 384 roeden groot, 1208 roeden land in eigendom en 559 roeden in pacht.
Gillis Dierick (zv.Joos)- huis en hofstede 98 roeden groot, 596 roeden in eigendom en 2.972 (in Englisch=2,972) roeden in pacht.
Jan Dierick- huis en hofstede 77 roeden groot, 125 roeden in eigendom en 286 roeden in pacht.
Ingel (Angelus) Dierick- huis en hofstede 43 roeden groot, 301 roeden bos in eigendom en 424 roeden land in pacht.
Pieter Dierick- huis 5 roeden groot, 106 roeden land in eigendom en 5 roeden in pacht.

Koop en verkoop of schenkingen van gronden gelegen te Lebbeke of Denderbelle van families Dierick(x) genomen uit de staten van Goed berustend op het Rijksarchief te Gent. (RAG)
1 maart 1594- verkoop van goederen van wijlen Gillis Van Damme, op de vierbunder in 't goed "Canteels" aan Jan Van Audenhove en Joos Diericx.
7 december 1595- Jan Dierickx, filius Jan, echtgenoot van Cathelijne Van Nuffel, dochter van Adriaan en Clara Heyndricx krijgt grond van zijn schoonbroer Joos Van Nuffel, op het Cruysvelde. (Leb.)
5 juni 1600- Gillis Roghman en Franciscus Diericx ruilen grond op het Bauwensveld. (een leen van het Huis van Dendermonde.)
17 juli 1600- Gillis Diericx verkoopt 1 dagwant, het Bosselken genaamd, aan Willem Moens.
12 december 1600- Joos Diericx, zoon van Jan, verkoopt aan Andries Bijl een halve bunder leen voor 19 pond.
6 mei 1602- Jan en Gillis Diericx verkopen een stuk leen aan Franciscus Diericx.
21 juli 1609- Jan Diericx en zijn broer Joos en zijn zwager Gillis De Clercq, verkopen 25 roeden land op het Reysveld voor 8 pond en 10 schellingen aan Franciscus Diericx (Gillis De Clercq was gehuwd met Brigitte Diericx- zuster van Jan en Joos.) -Leb.
1631- Heyndricx (Henricus) Diericx en Matheus Vergauwen verkopen 1 dagwant land op het Voegveld voor 17 pond.

De namen van de families Diericx vermeld in deze Staten van Goed komen overeen of waren de ouders of de grootouders van de vroegst vermelde geboorten in het parochieregister van Denderbelle en begint in 1597.

Er is getracht, uitgaande van de vermelde peters en meters, en voortgaande op de St.v.Goed, de vermelde families op de best mogelijke manier in familieverband samen te stellen.

Eigenaardig is, dat vele van de vermelde namen geschreven worden als Diericx in de St.v.Goed terwijl in de parochie registers veelvuldig de naam Duericx wordt vermeld, om daarna grotendeels als Diericx te worden vermeld. (zie blz.5)

De eerste vermelde geboorten zijn:
10/2/1597 Judocus Diericx- zoon van Petrus Diericx en Joanna Mortgat; -zoon van Judocus ex parochiae de Wiesa
24/2/1597 Joanna Duericx- dochter van Joannes Duericx en Catharina Smets; zoon van Jan Diericx en Catharina Van Nufel; zoon van Jan-St.v.Goed 7/12/1597

Genomen op de leeftijd van 30 jaar bij de geboorte van hun kinderen, met een speling van 5 tot 10 jaar, is het min of meer mogelijk de jaren van geboorte van de ouders of de grootouders te bepalen.
Judocus Diericx- geb. 1597 - 30 = 1567 (geboortejaar? van Petrus) - 30 = 1537 met een speling van 5 à 10 jaar, mogen we toch aannemen dat Judocus-ex Wiesa het levenslicht zag tussen 1525 - 1527 en 1532 - 1535.
Joanna Duericx- geb. 1597 - 30 = 1567 (geboortejaar? van Joannes) - 30 = 1537 (geboortejaar? van Jan gehuwd met Catharina Smets-waarvan met weet dat ze geboren is in 1535) - 1537 = 1507 met een speling van 5 à 10 jaar, mogen we aannemen dat deze Jan Diericx of Duericx het levenslicht zag tussen 1500 en 1510.

***************

GEBRUIKTE AFKORTINGEN (abbreviations)

° geborten (born)
ø doodgeboren (stillborn)
x gehuwd (married)
xx, xxx twede of derde huwl. (2nd or 3rd marriage)
+ overleden (died)
j. jaaren (years)
p peter (godfather)
m meter (godmother)
zv. zoon van (son of)
dv. dochter van (daughter of)
wn weduwnaar (widower)
we weduwe (widow)
get getuige(n) (witness(es))
N naamloos (nameless)
ca. circa
Leb. Lebbeke
Wz. Wieze
Db. Denderbelle
Dmde. Dendermonde
Bels. Belsele
Wster. Waasmunster
Elvs. Elversele
Sin. Sinaai
Snkl. St. Niklaas

BRONNEN (sources)

Rijksarchief Gent: klappers en parochie registers van Denderbelle, Wieze, Lebbeke, St. Gillis Dendermonde van 1597-1797 [KD Note: the oud parochie registers of St. Gillis Dmde were destroyed in a fire in 1914. The klappers are still available.]
Stadsarchief Aalst: klappers van de stad Aalstvanaf 1595
Stadsarchief St. Niklaas: registers en bevolkingsboeken van geboorten, huwelijken en overlijdens van de gemeenten Belsele, Sinaai, en St. Niklaas.
Gemeentelijk archief Waasmunster: registers van geboorten, huwelijkenen, overlijdens van het jaar IV tot heden.
Stadsarchief Dendermonde: registers van geboorten, huwelijken en overlijdens van St. Gillis van 1850 tot heden.

De alphabetische repertoriums van de gemeenten Lebbeke, Denderbelle, Wieze en Elversele, uitgegeven door E.H. Verberckmoes, pastoor te Lebbeke-Heizijde. Toponymie van St. Gillis (Dmde.) en de parochie van Zwijveke van de heer M. Bovijn, van Denderbelle door de heer L. Pee en vele andere werken.

***************

SCHEMA VAN DE EERSTE STAMVADERS

[Note, this numbering system will change. The second Jan will need a number. kfd]

I. JAN DIERICK, ca. 1500-1510
JAN DIERICK, ca. 1530-1540, X Van Nuffel, Cathelijne °ca. 1535 +2/1/1627 (92j.), dv. Adriaan en Heyndricx, Clara. 5 kinderen:

I.A. Brigitte X De Clercq, Egidius
I.B. Joannes X Smets, Catharina
I.C. Judocus X Van Rossem, Beatricx
I.D. Franciscus X Van Eysterghem, Elisabeth; XX Vande Meerssche, Catharina
I.E. Egidius X Ruisbroeck, Martina

II. NN?

II.A.Durincx, Jacobus °ca. 1585-1590 X Wz. 23/6/1619 Mertens, Barbara
II.B. Duericx (Diericx), Anna X Db. ca. 1640(?) Van de Poele, Petrus

III. JUDOCUS DIERICKX (ex Wiesa) ca. 1525-1530

III.A.

[Stopped at page 22]

******************************** *********************************

Willy Durinck's Book--Second Part

Willy Durinck's Book--Third Part

Willy Durinck's Book--Fourth Part

Willy Durinck's Book--Fifth Part

Willy Durinck's Book--Sixth Part

HOME

CONTACT INFORMATION

Copyright © 1997-2004 Kevin F. Duerinck